De mei- en junikever

De meikever en de Junikever zijn twee keversoorten waarvan u waarschijnlijk al wel eens heeft gehoord. Bij het horen van het woord kever denken mensen vaak al snel aan bestrijding van deze kevers. Dit is geen onlogische gedachte, maar het kan nuttig zijn om eerst wat meer te weten te komen over deze beestjes. In deze blog vertellen we wat achtergrond informatie over de Meikever en de Junikever. We beginnen met de Meikever.

De Meikever

Dit kleine beestje kent vier stadia. Het eerste stadie van het leven van de meikever is het eistadium. Het hangt af van de temperatuur, maar het beestje kan tussen de vier ne zes weken uit zijn, of haar, eitje komen. De ideale temperatuur voor de eieren schommelt tussen de 15 en 20 graden. Nadat de eieren zijn uitgekomen begint het twee stadium. Dit stadium heet het larvenstadium. Een andere benaming hiervoor is de engerlingen. Dit stadium breekt aan in de maanden augustus en september. Op dit moment/leeftijd brengen de beestjes nog niet veel schade toe. De larven eten namelijk alleen de kleine deeltjes van de wortel. Nadat de larven de winter zijn doorgekomen komen ze in de derde stadium. In dit stadium neemt de eetlust toe, en begint de periode waar men het over bestrijding gaat hebben. Deze fase duurt helaas ook nog eens ongeveer een jaar. Dit kan betekenen dat de Meikever veel schade toebrengt aan bijvoorbeeld uw mooie gazon. Eind juni verpopt het beeste tot een kever. Rond augustus vliegt het beestje uit en kunnen ze de nieuwe winter overleven in een zogenaamde pop-kamer.

De Junikever

De Junikever behoort tot de familie bladsprietkevers. Ze zijn veel kleiner dan andere soorten kevers. Ze worden namelijk maar zo’n 20 millimeter lang. Het zit natuurlijk al in de naam, maar de junikever komt het meeste voor in de maand juni. Als eerst leeft het beestje ondergronds als larve. Deze kever doorloopt drie fases en eet vooral de wortels van planten. In een tijdsbestek van ongeveer twee a drie jaar ontwikkeld het kleine beestje zich tot een volwassen junikever. De kever vliegt uit en gaat zoeken naar loofbomen om zich mee te voeden. Nadat het beestje genoeg heeft gegeven gaat het op zoek naar een partner om zich mee voor. De kevers leggen ongeveer twintig eieren en verstoppen deze diep onder de grond, ongeveer op 20 centimeter. Dit is waar de nieuwe levenscyclus begint voor een nieuwe generatie jonge, kleine, junikevers.